Ons grote Azië avontuur

Dit was het dan....

Met de bus naar Singapore, goed idee, maar dan eerst een kaartje kopen. Ons hotel heeft een zuster-hotel op 1,5 km afstand, dus met de shuttlebus naar Hatten Hotel. Daar aangekomen worden we naar de achterkant van het hotel verwezen. Achter het hotel staat een ziekenhuis, dat is dus niet goed. Na veel vragen worden we naar binnen in het ziekenhuis verwezen en wat blijkt: daar is een verkooppunt van de buskaartjes naar Singapore. Oké, we hebben al veel dingen gezien, maar dit was wel weer iets voor het blog, vonden wij . De opstapplaats voor de bus was ook op de parkeerplaats van het ziekenhuis.

De busreis liep voorspoedig, maar aan de grens moesten wij, met alle bagage, door de douane en lopend over de grens. Aan de andere kant stond de bus te wachten en waren we in een half uurtje op de plaats van bestemming. Singapore is vergelijkbaar met Hong Kong alleen iets kleiner. Veel wolkenkrabbers en héél veel mensen. 3,3 miljoen op een eiland van 50 x 26 km2. Deze mensen moeten ook vervoerd worden en dan is de metro de ideale uitkomst. Onder de grond natuurlijk, want boven is geen ruimte. Met een driedaagse Ov-kaart en een hele duidelijke platte grond hebben we de halve stad doorkruist. Wat dan wel opvalt is dat er efficiënt met de beperkte ruimte van het land wordt omgegaan. Bij bijna elk metrostation is een gigantische shoppingmall (deels onder en deels boven de grond) gebouwd. Dus onder de grond is een tweede stad heel levendig aanwezig. Om ruimte te maken voor wonen en bedrijven, worden er kunstmatige eilanden opgespoten, net als bij ons de Maasvlakte. Van één van die eilanden is een groot attractiepark gemaakt met een Universal Studio en tal van leuke dingen om te doen. Zo hebben we 4 verschillende films gezien in 4D. Niet alleen 3D kijken maar ook voelen. Waterdruppels, windvlagen en slangen onder je stoel. Om ook nog een beetje actief bezig te zijn hebben we kaartjes gekocht voor de Luge. Met een stoeltjeslift de berg op en dan met skelters weer naar beneden. En natuurlijk proberen dat zo hard mogelijk te doen. De eerste rit is een beetje voorzichtig, maar daarna “gaan met die banaan”.

En dan is het na 4 dagen toch echt tijd om afscheid te nemen van Azië. Je gaat dan terug denken aan alles wat we gedaan en beleefd hebben. En als je erover nadenkt is dat heel veel. We zijn daar in totaal 138 dagen geweest. Daarbij hebben we in totaal 33243 km afgelegd, in 47 verschillende bedden geslapen, minstens 14 soorten van vervoer gehad en in ontelbare restaurants gegeten.

Het leek ons leuk om een Top 10 te maken van wat onderdelen.

Vormen van vervoer:

  • Boeing 777-300
  • Propeller vliegtuig
  • Oriënt Express
  • Slaaptrein – 3e klas trein
  • Bus, met en zonder kermisgordijnen
  • Fiets en Riksja
  • Motor en Scooter
  • Boot, kano en Longtail-boot
  • Luchtballon

Maar het belangrijkste vervoersmiddel was toch wel de benenwagen. Ontelbare kilometers hebben we afgelegd en de meest bijzondere plaatsen en mensen mogen ontmoeten.

Hotels:

  • 5m2 Hotelkamer (Hong Kong)
  • 3-Kamer hotelkamer met bad buiten in een overdekte tuin (Chiang Mai)
  • Hotelkamer met 2 persoons bubbelbad in slaapkamer (Bangkok)
  • Bamboe hutje op het strand (Koh Rong)
  • Overnachten bij locals op de vloer in een houten schuur.
  • Hotel op palen in het Inle meer.

Eigenlijk hadden alle hotels wel iets bijzonders, maar ons eigen stekje is toch het aller mooiste.

Bezienwaardigheden:

  • Zonsopgang bij Bagan in een luchtballon (Myanmar).
  • Gouden Pagode in Yangon (Myanmar).
  • Tuol Sleng museum en de Killing Fields (Cambodja).
  • Ankhor Wat (Cambodja).
  • Halong Bay (Vietnam).
  • Héél veel parelwitte stranden.

Wat we allemaal gezien hebben is te veel om op te noemen en we zijn dan ook blij dat we dit blog hebben, kunnen we alles zelf ook nog eens rustig nalezen.

En dan zitten we nu weer thuis aan de keukentafel dit laatste verhaal te schrijven. Wij hopen dat jullie het leuk vonden om met ons op reis te gaan. Heel erg bedankt voor al jullie reacties, het gaf ons toch een beetje een thuis gevoel zo ver van huis.

Groetjes,

Ron en Corry

Eiland hoppen

Het grote aftellen is begonnen. Nog máár 6 dagen en dan zijn we weer terug in ons koude kikkerlandje. De afgelopen weken zijn best snel gegaan en als ik er op terug kijk, hebben we ook nog veel gedaan en gezien.

De laatste weken in Thailand zijn we gaan eilandhoppen. Na Ao Nang hebben we de boot genomen naar het eerste eiland: Koh Lanta. Na een heerlijke boottocht van iets meer dan een uur, lekker op het voordek in de zon, staat de taxi naar het resort al op ons te wachten. Bij de pier is het plaatsje best wel toeristisch, maar verder op het eiland is het heerlijk rustig. Op loopafstand van ons complex zijn voldoende restaurantjes, dus dat zit wel goed. Om de omgeving van dit prachtige eiland te verkennen, hebben we een boottocht geboekt en gaan snorkelen en zwemmen in het meest heldere water wat je ooit hebt gezien. Zwemmen tussen prachtige koralen en vissen. Als ultiem hoogtepunt zwemmen we in een grot. Ja, je leest het goed ´WE´, want zwemmen in zee vind ik al niets (ik moet kunnen staan op de grond), maar zwemmen in een grot, brrr. Maar…, je begrijpt hoe groepsdruk werkt, dus toch maar mee gegaan. En ik moet zeggen: schitterend. In het midden van de grot blijkt deze open te zijn, een soort krater en kun je de lucht zien. Er is ook een strandje en er zijn bomen en struiken. Bijzondere foto's gemaakt en weer iets afgestreept van de bucket-list.

Het volgende eiland was Koh Phi Phi. Wat een verschil met Koh Lanta. Op dit eiland kun je alleen maar lopen, auto’s en brommers zijn niet toegestaan. Aangekomen bij de pier, worden de koffers op een handkar naar het hotel gebracht. Halverwege de weg is een gemeen heuveltje, maar zoals een galante ridder betaamd, is Ron niet beroerd om de bellboy een handje te helpen en mee te duwen. Dan blijkt dat je je wel 25 voelt, maar in werkelijkheid toch een paar jaartjes ouder bent. Met het zweet op zijn rug en een hartslag van 200, bereiken ze de top. Gelukkig hebben we hier 5 dagen om bij te komen. Koh Phi Phi is, samen met Phuket, hét partyeiland van Thailand. Wij zitten aan de rustige kant, maar op het andere strand is het elke avond tot laat in de nacht feest met loeiharde muziek. Ook dan weten we weer dat we geen 25 meer zijn. Bij ons resort kunnen we ons prima vermaken met een heerlijk zwembad en het strand voor de deur. Dus ook dit was weer een goede keus.

En dan naar Phuket. Na Koh Phi Phi waren we voorbereid op veel muziek en mensenmassa’s. Het hotel ligt aan een doorgaande straat met redelijk veel verkeer, maar op de kamer hadden we daar geen last van. Het zwembad was niet meer dan een grote badkuip, maar voldoende om ’s middags even af te koelen. Wat je in Phuket gezien moet hebben is Banga Road. Overdag een normale straat met winkeltjes en eettenten. Maar ’s avonds verandert dat in een Walking street met keiharde muziek en alléén maar bars, waar schaars geklede dames in palen dansen en waar je wordt uitgenodigd voor een gezelschapsspel, genaamd “Poessie-pingpong”. Nou ben ik niet zo van de spelletjes, ik hou ook niet van midgetgolf, dus dat hebben we maar niet gedaan. Omdat we dit hotel maar voor twee nachten konden boeken, i.v.m. topdrukte vanwege Chinees Nieuwjaar, hebben we ook nog twee nachten in een hotel vlakbij de luchthaven gezeten. Heerlijk rustig en vlak bij het strand. Hier eindigt het Thailand gedeelte.

We reizen nog even verder. Na een vlucht van 1 uur aangekomen in Maleisië. Kuala Lumpur is ons niet onbekend, want hier zijn we 4 jaar geleden ook al eens geweest. Je merkt wel dat het gelijk een heel andere cultuur is. Het is een metropool met gigantische wolkenkrabbers en heel veel lichtreclames. Straten die zo breed zijn als de A15 én hier vieren ze ook Chinees Nieuwjaar. Overal waar je kijkt zie je rode lampionnen en elke shopping mall is versierd met Chinese tafrelen.

Na 3 dagen is het tijd om door te reizen naar Malakka. Met de bus in 1,5 uur naar een stad met een Hollands tintje. In de tijd van de VOC was Malakka een belangrijke havenstad voor de handel met China. Er zijn ook nog verschillende oude gebouwen te vinden met een Hollands tintje. In het weekend is er een leuke markt in de Jonker Street. 1,5 km lang alléén maar eetstalletjes en kraampjes met van alles en nog wat. En héél véél mensen. Een bijzonder tafereel zijn de verlichte Trishaw’s. Dat zijn fietstaxi’s die versierd zijn met ‘Hello Kittie’ of ‘Pokemon’. ’s Avonds zijn deze fietsen verlicht en voorzien van harde techno muziek. Wij hadden een wat oudere bestuurder en hij had Ed Sheeran op zijn telefoon. Dat vonden wij wel wat toepasselijker. Na een ritje van 30 minuten, waarbij het zweet van de bestuurder van zijn hoofd liep, hebben we weer de benenwagen genomen en verder geslenterd op de markt.

Eén van de vaste onderdelen van de dag is eten. Zo ook op de markt. Er is een overvloed aan eetkraampjes, maar wat ga je kiezen. Ze hebben hard gekookte eieren (nog in de schil) in heel donker bruin water, het zal wel een saus zijn. Gefrituurde kippenpoten, of eigenlijk de voeten van de kip. Visballetjes in currysaus en allerlei soorten schelpdieren op de bbq. Soms ruik je een heerlijke geur, maar ziet het er niet uit. Dan gaat je neus ineens krullen van de stank, maar is het overheerlijke kipfilet met een krokant korstje. De keus is dit keer gevallen op de kipfilet en iets van ras patat. Ron heeft er nog een bak Pad Thai bij genomen en zo is ons buikje weer gevuld.

Na Malakka gaan we de laatste grens over (met de bus) naar Singapore en dan komt echt het eind in zicht. Volgens internet is er in Signapore heel veel te zien, dus daar komt zeker nog een verhaal van.

Tot dan.

Ao Nang

Ao Nang bij Krabi, zoals in het vorige verhaal al gezegd een plaatsje waar wij 8 jaar geleden ook al eens geweest waren. Ondertussen is het wel enorm veranderd. Toen wij hier de eerste keer waren bestond Ao Nang uit een ongeveer 500 meter lange hoofdstraat met daaraan winkeltjes. Ons hotel was toen bijna aan het einde van deze straat boven een Mc Donald. Aan het strand stonden enkele overkappingen waar je je kon laten masseren en dat was het. Nu zit de MC Donald “aan het begin” van een lange winkelstraat met restaurants en is er zelfs een “rosse” buurt. De houten overkappingen zijn er nog wel maar ondertussen staan daar ook hotels en restaurants. Ook de andere zijde van de weg langs het strand is ondertussen helemaal volgebouwd met hotels en winkels, dus volop gelegenheid om de avonden gezellig door te brengen. Omdat ons hotel al vanaf het begin goed beviel hadden we al snel besloten om ons verblijf hier met 5 dagen te verlengen. Even lekker uitrusten van al dat gereis is ook best lekker. Zodoende hebben we nu een aantal dagen bestaande uit zwembad, strand, massage en ’s avonds wat rondhangen op een van de terrassen. Op één van de terrassen wordt, direct aan je tafel een overheerlijke Irishcoffee gemaakt. Met 2 glazen whiskey, Kalua en een beetje suiker. Met een aansteker wordt de hele zaak aangestoken, een paar keer brandend van glas verwisseld en tenslotte afgeblust met koffie. HEERLIJK. Gaan we thuis ook doen.

Om toch te voorkomen dat we helemaal niets doen in Ao Nang, hebben we besloten om een bezoekje te brengen aan de nightmarket van Krabi. Met de songthaew, een soort overdekte pick-up waaraan je ook kunt hangen, naar de markt. Deze markt was zeker wat betreft streetfood wel apart. Hier was ook wel etenswaar te krijgen waaraan wij ons zelfs niet durfden te wagen, maar bbq vis, garnalen en een pannenkoek-achtige path-thai waren zeker lekker. Ook een soort frikandel op een stokje (God mag weten wat hier in zat) was ook goed te doen.

Een ander uitstapje dat we gemaakt hebben was een 7 eilanden trip. Met een boot een aantal mooie eilanden langs waar je onderweg kon snorkelen en zonnen. Na een BBQ op het strand, terwijl de zon onderging (hoe romantisch kan het zijn), werd nog even koers gezet naar een eiland waar lichtgevend plankton te zien is. Voor degenen op de boot die in het donker durfden te snorkelen was dit echt een leuke ervaring. Op het moment dat je een zwemslag maakt licht het water op. Ondertussen was het al laat geworden dus richting Ao Nang om lekker te douchen en daarna aan de Irishcoffee.

Op de kamer de spullen uitgepakt en douchen totdat Corry ineens een kreet slaakte. Wat is dat!!!!! Zien we plotseling een slang van bijna 1 meter lang door ons huisje schuiven en verdwijnen onder het 3e bed. Oei, wat nu. Receptie bellen voor hulp en ondertussen goed kijken of hij niet ergens anders naartoe gaat. Gelukkig hadden we onze hoofdlamp paraat en konden zo onder het bed kijken maar geen slang!! Waar was hij?? Na enkele (lange) minuten verschenen 4 medewerkers met stokken, een vangstok en lampen en gingen op zoek. Een van de mannen belde direct met de receptie, regelde een ander huisje voor ons en hielp gelijk met inpakken. Koffers pakken binnen 2 minuten is echt mogelijk. Toen bijna al onze spullen waren ingeladen zagen we de slang langs het plafond kruipen. Ja, je leest het goed “langs het plafond”. Toen hoefde hij alleen nog maar gevangen te worden. Dat lukte redelijk snel waarop een van de medewerkers met de slang naar buiten liep, voorafgegaan door een rennende familie Meertens vergezeld door de andere “slangenvangers”. Probleem opgelost, spullen weer terug en douchen. Het ergste van dit alles was wel dat Ron zijn Irishcoffee moest laten schieten want daar was het te laat voor geworden.

Ondertussen is de laatste dag Ao Nang aangebroken en hebben we onze volgende reisdoelen bepaald. We gaan met de boot naar Koh Lanta, blijven daar een paar dagen, gaan dan met de boot naar de Phi Phi eilanden en daarna naar Phuket. Van Phuket vliegen we naar Kuala Lumpur, blijven daar een paar dagen en gaan daarna, waarschijnlijk met de trein naar Malakka. Ook hier nog een paar dagen en dan tenslotte naar Singapore. Vanwaar we richting 020 (kan het nog steeds niet zeggen) zullen vliegen.

Maar voor het zover is hebben we vast nog wel een verhaal geschreven.

Het nieuwe jaar is begonnen.

Nieuwjaarsdag in Bangkok. Wat ga je dan doen?

Traditiegetrouw de Nieuwjaar duik. Dit jaar vanwege de temperatuur geen enkel probleem. kerstmuts op en springen in het zwembad. Alleen wat vreemde blikken van de andere hotelgasten naar die “vreemde” Hollanders. Hierna toch nog maar de hoogtepunten van Bangkok bezoeken. Hierbij even vergeten dat heel Azië op nieuwjaarsdag vrij is, wat tot gevolg heeft dat het redelijk druk is. En dan is redelijk heel zacht uitgedrukt. Even een andere jurk voor Ron gekocht bij het Koninklijk Paleis, want met diegene die we bij ons hadden mocht hij het paleis niet in. Hierna genoten van de pracht en praal van het paleis en daarna doorgewandeld naar de liggende Boeddha. Daar was het gelukkig minder druk. Om de Boeddha te zien hoefden wij maar aan te sluiten aan een rij waarbij, als er bordjes met wachttijd gestaan zouden hebben, de wachttijd toch minimaal 2,5 uur zou zijn. Dit vonden wij toch wat aan de lange kant, dus besloten wij om de Boeddha maar niet te gaan bezoeken. Om vervolgens naar de uitgang te komen moesten wij de lange rij t.h.v. de ingang van het Boeddha-gebouw kruisen….en ja wat is er dan makkelijker om, als een van de toezichthouders zegt dat wij in de rij moeten blijven staan, dan ook te gehoorzamen en netjes aan te sluiten. Wachttijd vanaf hier 2 minuten. Dus de Boeddha werd toch nog even bekeken.

De volgende dag een dagje rustig aan omdat wij ’s avonds met de nachttrein naar Surat Thani zouden gaan. Ook dit was wel weer een belevenis. Op het grote station van Bangkok zoeken naar de juiste trein en als dan blijkt dat de trein wat vertraging heeft (slechts 3,5 uur) dan wordt het rondhangen op het station toch wel een bezoeking. Je komt dan tot de conclusie dat de NS het helemaal nog niet zo slecht doet. Toen de trein eindelijk richting Surat Thani vertrok was het al bijna nacht en dus werden de bedden gelijk opgemaakt en konden we slapen voor zover dit in een trein lukt. De volgende ochtend aangekomen in Surat Thani moesten wij nog verder vervoer regelen richting Khao Sok. Dit hadden wij expres niet op voorhand geregeld want mocht de trein vertraging hebben zouden wij de aansluiting missen !! Al op het station werden wij bijna aangevallen door mensen die ons in hun mini-van, bus of taxi wilden hebben. Uiteraard moest alles snel gebeuren want de trein had vertraging gehad en alles stond al een tijd te wachten….dus snel beslissen. Even pas op de plaats leerde echter dat dit toch wel geld bespaarde. Rustig het station afwandelen, rondkijken en wat vragen bij de lokale toeristenbureautjes leverde een besparing op van veel Baths. En dat voor dezelfde rit. Een kaartje voor een soort stadsbus gekocht die ons 1,5 uur later afleverde in Khao Sok. Dit is een dorpje middenin een nationaal park dat werkelijk schitterend mooi is. Wij hadden hier een bungalow gehuurd enkele kilometers buiten het dorp, op een heuvel met uitzicht op de bergen. Het complex was kleinschalig, slechts 3 bungalows, en de eigenaresse deed werkelijk alles om het je zo goed mogelijk naar je zin te maken. Zij kon heerlijk koken en wij mochten hun fietsen gebruiken om naar beneden in het dorp te kijken. Zes jaar geleden waren we hier ook al en we zijn gaan zoeken naar het complex waar we toen verbleven. Gevonden en na de eigenaar begroet te hebben heeft hij ons rondgeleid en de nieuwe huisjes, die inmiddels bijgebouwd zijn, laten zien. Leuk om weer even terug te zijn en het zag er verder nog net zo goed uit als toen. Op de terugweg kreeg Corry een klapband en moesten we de weg terug lopen. Had trouwens toch gemoeten, want het was veel te stijl om te fietsen.

Toen wij onderweg waren naar dit verblijf hoorden wij van een komende storm die Thailand mogelijk hard zou raken. Om deze reden was het dan ook niet mogelijk om de tour over het meer van Khao Sok die wij wilden maken te doen en omdat het complex ons verder prima beviel zijn wij hier maar enkele dagen langer gebleven zodat de tour toch door kon gaan. “s Morgens vroeg in een open pick-up naar de haven van het park en daarna een mooie vaartocht over het meer. Lunch in een drijvend restaurant en daarna een hike van ongeveer 2 uur door de jungle richting een grot. Bij de grot aangekomen ging de hike verder via de grot die deels onder water stond. Dit was zeker voor Corry een moment van “doe ik dit wel”, maar alle moet bij elkaar geschraapt, hoofdlicht aan en lopen/zwemmen tot een grote waterval in de grot. Onze gids achtte het niet verantwoord om verder te gaan dus dan maar terug naar de boot en weer twee uur over het meer gevaren. Daarna met de songtaew (een soort pick-up busje) terug naar het complex. Hier werden we verrast met een bamboe BBQ. De hele maaltijd werd met bamboe gemaakt. Dus geen potten en pannen maar koken in bamboe. Rijst, vlees en vis. Ook de koffie achteraf. Op tafel werd alles ook geserveerd in bamboe.

Zoals al eerder gezegd deed de eigenaresse van ons complex er alles aan om het ons naar onze zin te maken. Aangezien ons volgende verblijf op een eiland zou zijn voor de westkust van Thailand stelde zij voor dat haar broer ons met zijn auto tot de pont van het eiland zou brengen. Wij blij want achteraf bleek de toegang tot de pier een iets minder “doorgaande’ weg te zijn dan wat wij verwachtten. Een of ander smal straatje en daarachter voeren allerlei houten bootjes die ons naar Koh Kho Khao brachten. Op de boot even contact opgenomen met ons nieuwe complex met het verzoek ons op te halen hetgeen in ons vloeiend Thais geen probleem meer was en aan de overkant aangekomen stond er weer een pick-up te wachten. Het resort dat wij hadden lag direct aan zee en had 3 zwembaden. Wij denken dat dit een samenvoeging van resorts was want zo zag de indeling er een beetje uit. Op het resort is het wel heel rustig. Volgens de receptie zou het 80% vol zitten maar vooral met Chinezen. Die komen naar Koh Kho Khao om te slapen, staan de volgende dag vroeg op om naar de Similan eilanden te gaan en gaan de dag daarop weer weg. Omdat wij hoorden dat deze eilandengroep zeer mooi zou zijn om te snorkelen zijn wij de derde dag daar ook naartoe gegaan. 2 uur varen met een speedboot met 3x350pk is best wel leuk. Het snorkelen op zich was wel mooi, maar wij denken wel op mooiere plaatsen gesnorkeld te hebben.

Omdat wij het restaurant op het complex niet zo bijzonder vonden hadden we al snel een scooter gehuurd. Dus ´s avonds gingen Jut en Jul weer op de scooter via allerlei pikdonkere straatjes naar de pier waar enkele restaurantjes waren waar je wel heerlijk kon eten. Als wij overdag over diezelfde weg reden zag je overal waarschuwingsborden staan voor een tsunami. Er werd daarop gewezen wat de veilige richting was en waar een veilig heenkomen stond. Tijdens een van onze scooter-ritjes zijn we dan ook even bij zo´n veilig heenkomen gaan kijken. Het bestond uit een soort toren op palen die op ongeveer 10 meter hoogte een ruimte had waarin je overdekt kon staan en waar tevens wat stoeltjes stonden. Mocht het echt nood aan de man zijn dan kon je nog via een trap op het dak van deze ruimte komen en daar zou je dan in ieder geval veilig staan. Omdat wij toch een scooter hadden hebben wij nog 2 daagjes vertoeft rond een afgelegen strandbar waar je heerlijk rustig kon zitten en ondertussen de volgende bestemming uitgezocht. Dit werd Ao Nang vlakbij Krabi. Hier zijn wij een aantal jaar geleden ook al eens geweest dus waren benieuwd hoe dit veranderd zou zijn. Via Booking weer een mooi resort gevonden in het centrum van Ao Nang, op steenworp afstand van het strand. Hier hebben wij een huisje op een heuvel met uitzicht op zee. Tijdens het schrijven van dit verhaal zijn we hier net aangekomen dus kunnen we er nog niet veel over zeggen. Dat komt wel weer in het volgende verhaal.

We zijn weer in Bangkok.

Na kerst komt Oud- en Nieuw. Dat vieren we in Bangkok. Dus met de nachttrein naar de hoofdstad. De tickets voor de trein hebben wij maar enkele dagen voor vertrek gekocht en hierdoor was de keus wat beperkt aan stoel- en slaapruimte. Iedereen heeft een vast stoel- en bednummer. In ons geval hadden wij 2 niet opvolgende nummers en zaten wij dus apart in een tweezitter. De vrouw waarmee Corry het zitgedeelte deelde was een vriendelijke (toen nog wel) oudere Europese vrouw. Op onze vraag of ze mogelijk haar stoel zou willen ruilen met die van Ron, zodat ze dan ook nog vooruit kon rijden, was zij wel positief dus zaten wij toch tegenover elkaar. De trein vertrok en al snel veranderde de temperatuur in die van een diepvrieskist. Om deze reden kwam de vrouw plotseling klagen dat ze het koud had en toch graag op haar eigen stoel wilde zitten. Alsof het bij ons warmer was ?? Omdat de ruimte in de trein, zeker op het moment dat de bedden waren opgemaakt, zeer beperkt is, worden de koffers, tassen e.d. in rekken gezet om toch nog enige loopruimte over te houden. Begint die “aardige mevrouw” te zeuren dat onze rugzak op haar koffer staat en dat ze zo geen “access to her suite” heeft. Ron zei haar dat het geen probleem was als ze de rugzak aan de kant zou zetten maar dat vond ze geen goed idee?? Uiteraard behulpzaam als wij zijn hebben wij de rugzak gewoon op haar koffer gezet maar uiteraard moest mevrouw binnen 2 minuten iets uit haar koffer hebben waarna onze rugzak toch ergens anders verdween. Omdat wij toch gingen slapen hebben we het maar zo gelaten. Nu schrijf ik wel slapen maar slapen in de trein lukt natuurlijk niet erg zeker niet als de toegangsdeur van de coupe bij iedere beweging van de trein open en dicht gaat. Achter de toegangsdeur zat de koppeling naar de andere wagon dus op het moment dat de deur open stond maakte dit een hels kabaal. Moet je weten dat de maximum snelheid van de trein slechts 45 km/u is vanwege de belabberde toestand van de rails. Het is dus een geschud en gebonk met herrie waarbij ook de deur nog voor de nodige herrie zorgde. Uiteraard is Ron voor de oplossingen dus werd de deur met een soort touw enigszins vastgebonden. Opgelost. Tenminste toen bleek dat de deur toch ook met regelmaat werd gebruikt door o.a. de wagenbegeleider en deze de deur ook regelmatig open liet staan. Na 10 keer het bed uitgeklommen te zijn was Ron het zat en maakte de deur zodanig vast dat de wagenbegeleider de deur ook niet meer open kreeg. Weer bed uit om hem te helpen. En zo bleven wij de hele nacht in de weer. Dat gaf allemaal niet want in Bangkok wachtte ons een luxe hotelkamer met tweepersoons bubbelbad. Voor het hotel staat een mooie grote kerstboom, dus dat is al meer dan in Chiang Mai. Ook Bangkok zelf is veel meer in feeststemming door versieringen en hier en daar kerstmuziek (ook na kerst).

Ook al zijn we al vaker in Bangkok geweest, de high-lights gaan we toch nog een keer bezoeken. Zo is er het Koninklijk Paleis en de Grote liggende Boeddha. Het beste vervoer, omdat het heel druk is rond deze tijd van het jaar, is de Express-boat. Dit is een soort bus op het water. Met wel 30 stations is dit de snelste manier van vervoer langs de rivier. Voor de toeristenboot betaal je 50 Bat (€ 1,35) voor een enkeltje. Deze boot stop alleen bij de haltes met een toeristische attractie. Wanneer je de reguliere boot neemt kost een enkeltje 15 Bat (€ 0,40). En of je nu 1 of 30 haltes meegaat, maakt niet uit. Soms liggen de attracties tegenover elkaar aan de rivier en dan neem je de pont. Voor 4 Bat (€ 0,11) sta je in 2 minuten aan de overkant. Er zijn zoveel mooie bezienswaardigheden in Bangkok, maar omdat het zo druk was, konden we maar twee dingen doen. Niet getreurd, hebben we weer een excuus om nog eens terug te komen.

Na een douchebeurt is het tijd om Oud- en Nieuw te gaan vieren. We besluiten om naar CentralWorld te gaan. Dat is het grootste shoppingcentrum van Azië. Als we daar aankomen is de hoofdstraat (6 banen breed!) afgezet en staan duizenden mensen voor een groot podium waar de “Marco Borsato, Alie B en K3 van Thailand” ons de avond door zingen. Het is niet toegestaan om alcohol mee te nemen op het feestterrein. Dus vieren we oudejaarsavond met water en limonade. Gaande weg de avond wordt het drukker en drukker. Uiteindelijk zien zo’n 500.000 mensen om 00:00 uur het vuurwerk losbarsten. Geweldig om daar tussen te staan. Maar zo als een goede Thai betreft wordt er niet gedronken en zeker niet gezoend op straat. Na afloop van het vuurwerk gaat iedereen naar huis!?? De muziek is gestopt en alles wordt afgebroken en opgeruimd. Wij hebben nog niet het gevoel dat we iets gevierd hebben, dus in de Tuk-tuk en hop naar Khaosan Road. Dit is hét uitgaanscentrum van Bangkok. Met alleen maar terrasjes, bars en mooie dames. Daar aangekomen komt de muziek je al tegemoet. Oké, hier moeten we dus zijn. We zijn er ook niet alleen. De straat is overladen met mensen. Angstvallig houd ik Ron vast om hem niet kwijt te raken. Hier wordt duidelijk wel alcohol genuttigd, maar er heerst een hele gezellig sfeer. Het is alleen zó druk, niet te doen. En dan die muziek, daar worden we toch iets te oud voor. Na een klein half uurtje zijn we door de mensenmassa heen en kunnen we de straat ernaast in. Hier is het beter te doen. Ook wel druk, maar normaal en de muziek ook. Eindelijk vinden we een tafeltje met twee stoelen, precies genoeg voor ons en ploffen neer. Nu een biertje en wijntje, dat hebben we wel verdiend. Proost, gelukkig nieuwjaar.

Uitrusten in Chiang Mai.

Hoi, hier zijn we weer.

Na onze inspannende reis door Myanmar zijn we doorgereisd naar Thailand. Kyats, het betaalmiddel van Myanmar, hoefden wij niet om te wisselen want met de laatste Kyats konden we op de luchthaven van Yangon nog net 2 koffie kopen waarna wij nog net omgerekend 3 eurocent over hielden. Dat werd dan de laatste tip.

Van Yangon naar het Thaise Chiang Mai is wel een groot verschil. Hier aanzienlijk minder brommers maar veel meer auto’s. Op de luchthaven wel direct een simkaart gekocht want als “reizigers van de wereld” kan je niet meer zonder internet. Op de parkeerplaats van de luchthaven via de ons bekende Grab., de Aziatische Uber, een taxi gebeld en naar ons volgende verblijf laten brengen. De kamer die wij hier hebben is groot. Een aparte wc en douche en daarbij, een extra buitenbad in een soort tuintje. Het bad is rond en heeft een doorsnee van 1.80 en is omringt met planten en bomen. Hier gaan we zeker enige tijd in vertoeven.

’s Avonds met de hoteltaxi naar de avondmarkt in de stad. Dachten we dat Chiang Mai 1 avondmarkt had, maar blijkt er velen te hebben. Een aantal zijn op loopafstand van elkaar dus aan eten geen gebrek. Iedere dag wel weer iets anders lekkers te eten.

Overdag een beetje rondhangen bij het zwembad en een beetje kijken wat er allemaal te doen is. Bij dit rondkijken stuitten wij ineens op de Chiang Mai marathon. Aangezien het Ron wel leuk leek om iets te gaan hardlopen, even op de site van hen gekeken. Bleek er o.a. ook een 10km te zijn. Inschrijven was niet meer mogelijk maar toen wij ‘s avonds in de stad waren bleek dat directe inschrijving nog wel mogelijk was dus… Inschrijven. Omdat de temperatuur hier aan de hoge kant is, start de 10km midden in de nacht. 04.00 om precies te zijn. Om niet het risico te lopen dat wij ‘s nachts geen vervoer zouden hebben een scooter gehuurd. Dus Jut en Jul midden in de nacht op de scooter door Chiang Mai. Gelukkig waren wij niet alleen want bij de start stonden nog veel andere deelnemers. Ron was hier wel makkelijk uit te halen want hij stak als een reus boven de kleine Aziaatjes uit. Met een tijd van net binnen het uur waren wij over het resultaat best tevreden. Terug naar het hotel en nog even naar bed.

Omdat we de scooter toch hadden hebben wij de volgende dag een tour gemaakt door de omgeving van Chiang Mai en hierbij gelijk de grote tempel die hoog in de bergen staat bezocht. Deze hebben we de eerste keer dat we Thailand waren al gezien, maar dat is al weer zo’n 7 jaar geleden. Toen we boven kwamen herkenden we wel veel, maar ook niet alles. Dachten we toen dat dit een hele grote pagode was, hebben we er in de loop der jaren al veel grotere gezien. Doet niet af aan de schoonheid van deze.

Na weer een paar dagen relaxen aan het zwembad toch weer iets actiefs opgezocht. Dit keer een Zipline parcours. Vanwege de temperatuur gekozen voor de eerste ronde. Dat betekent om 07:00 uur van het hotel weg en een uur in de taxi. Bij aankomst in een veilig harnas gehesen en op naar de eerste hoogte. De eerste twee tokkelbanen waren om te oefenen, maar daarna werd het al gauw hoger. Via allerlei touwbanen en abseiltouwen door de jungle met hier en daar schitterende uitzichten. Er waren ook verschillende loopbanen over palen en wiebelbruggen. Uiteraard werden we goed begeleid door ervaren mensen. De laatste opdracht was een vrije val van 40 meter. Onze inspanningen werden beloond met een certificaat en een T-shirt.

Het was ondertussen kerstavond geworden dus stond er een kerstmaaltijd op het programma. Na wat speurwerk op internet hadden wij een restaurant gevonden die volgens de recensies van vorig jaar een goede kerstmaaltijd zouden serveren. We hadden een tafel geboekt en hierbij gelijk de vraag gesteld waar het menu uit zou bestaan. Het antwoord hierop was voor ons niet helemaal duidelijk, maar gelet op de recensies van vorig jaar, zou het vast wel goed komen. Nette kleertjes aan en met de Grab naar het restaurant. Daar aangekomen bleek het restaurant niet echt in kerstsfeer te zijn (eigenlijk helemaal geen sfeer). Op onze vraag over het kerstmenu werd schoorvoetend gezegd dat zij dit jaar dit niet hadden, maar afgelopen jaar wel (alsof wij daar nu iets aan zouden hebben?). Mede omdat het restaurant een sfeerloze boel was zijn we op zoek gegaan naar een andere restaurant die wel een kerstmenu had, maar dat viel niet mee. Uiteindelijk lukte dit toch en hebben we alsnog heerlijk gevulde kalkoen gegeten.

Nu is het eerste kerstdag en is dat wel raar. Liggen aan het zwembad, dik 30 graden en een kerstboom in de hal van het hotel die op een studentenkamer niet zou misstaan. Maar, de Kerstman was vanmorgen wel op de kamer geweest, want na de schoonmaak lagen er twee cadeautjes op onze kussens. Voor ieder een zakje met chocolaatjes. Dat je van zo iets eenvoudigs toch blij kan worden.

Voor vanavond hebben wij een tafel gereserveerd bij een Engelse pub. Bij het reserveren was deze pub al helemaal in "Christmas" sfeer dus het zal vanavond wel goed gaan komen.

Over twee dagen gaan we met de nachttrein naar Bangkok. Daar gaan we Oud en Nieuw vieren. Ook dat zal weer een ervaring worden. Duizenden mensen in de straten en ook daar weer een temperatuur die wij met dit feest niet kennen.

Bij deze willen wij jullie dan ook hele fijne feestdagen wensen en een gezond en gezellig 2019.

Groeten en knuffels van ons.

Fietsen, lopen, varen en vliegen in Myanmar.

Weer vroeg opgestaan om vandaag een fietstocht door Mandalay te gaan maken. Eerst met de tuk-tuk naar een van de “Bovag” fietsenverhuurders gegaan. Daar aangekomen bleek dat wij Hollanders toch altijd wel van de vroege zijn. De betreffende handelaar moest nog wakker gemaakt worden maar toen deze eenmaal wakker was hadden wij ook een ruime keus uit…..schroot. Fietsen die je bij ons op marktplaats zelfs niet voor “gratis af te halen” kwijt raakt en waarbij je bij Reinis voor moet betalen. Maar goed we hadden fietsen. Na ongeveer 1 km ontstond op de fiets van Ron al het eerste probleem. De ketting lag ernaast. Handig als altijd en met hulp van een behulpzame Birmees werd de fiets snel gerepareerd en konden we verder…10 meter. Weer de ketting eraf. Een groter onderzoek naar de oorzaak leerde dat het achterwiel niet goed vast zat. Terug naar de bovag-dealer en een andere vertrouwde verhuurder bezocht die een oude maar wel bruikbare fiets kon leveren. Ondertussen was de rest van de groep al doorgefietst dus was het de vraag of wij die ooit weer zouden vinden. Maar wat schetste onze verbazing. Dit lukte al heel snel.

De gezamenlijke fietstocht door Mandalay was wel een spektakel. Ondanks de verkeersdrukte lukte het ons om als een colonne (20 fietsen) door de stad te rijden waarbij wij nagenoeg overal vrije doorgang kregen. Wij waren voor de Birmezen wel een vermakelijke attractie want overal werden wij nagezwaaid en op de foto gezet. Iets wat trouwens veel Birmezen willen. Met zo’n grote Europese reus, die haar op zijn armen en benen heeft, op de foto is iets wat veel Birmezen willen en daar moet je als toerist dan maar aan toegeven.

Tijdens de tocht werden vele tempels bezocht en moest ook nog even geklommen worden naar de Mandalay Hill vanwaar je een schitterend uitzicht hebt over de stad.

Na een vermoeiende dag werd ons schroot weer afgeleverd en zijn we naar ons hotel gegaan om ons op te maken voor de komende 2 dagen….fietsen. Ons werd verzekerd dat wij hierbij wel goede fietsen zouden krijgen dus konden we met een gerust gevoel gaan slapen.

De volgende morgen stond er een gids met begeleider, 2 tuk-tuks als bezem-tuks en een 20 tal goede mountainbikes op ons te wachten voor een tweedaagse trip langs en over de Ayeyarwaddy rivier. Hierbij werden weer een groot aantal pagodes bezocht en ook de U-Bein brug. Een teak-houten brug van 1 km lang wat een toeristisch hoogtepunt is. Nadat we de rivier overgestoken waren hebben wij de plaats Ava, ooit de eerste hoofdstad van Birma bezocht. De 2e dag weer op de fiets naar Mingun. Daar staat het restant van een pagode wat ooit de grootste ter wereld had moeten worden. 150 meter hoog !!. Maar toen de koning die hem liet bouwen overleed, dachten zijn kinderen er anders over en stopten met de bouw zodat deze “slechts” 50 meter hoog is geworden. Wel van massief baksteen gemaakt. Door een aardbeving is deze pagode gedeeltelijk ingestort en daarom wel gaaf om te zien. Na afloop van de fietstocht met de boot weer de rivier over om te ontspannen in het hotel.

Hierna stond Bagan op het programma. Met de bus via enkele stops naar Bagan dat bekend is om zijn duizenden tempels en daar aangekomen bleek ook dat dit er inderdaad duizenden zijn. Al vanuit de bus zagen wij de pagodes overal in het landschap staan. De dag was 7 december. Onze gids had speciaal voor deze gelegenheid een taart laten aanrukken en werd Ron tijdens het ontbijt luid toegezongen. Na deze plechtigheid stonden er een 10 tal koetsen voor het hotel voor een rondtrip naar de pagodes. Met deze koetsen werden de meest belangrijke pagodes aangedaan en nadat wij ’s middags bij ons hotel weer waren afgezet zijn wij met de groep op E-scooters nog een tocht door het grote pagode-gebied gaan doen. De volgende morgen werd ons hoogtepunt van onze Azië reis. Bagan bekijken vanuit de lucht in een hete luchtballon. ‘s Morgens weer vroeg op. Maar nu echt vroeg. Om 05.15 werden wij opgehaald zodat wij ook de zonsopkomst konden gaan zien. Bij aankomst op het vertrekterrein konden wij, na een eenvoudig ontbijt en een safety-briefing, zien hoe de ballonnen in gereedheid werden gebracht en nadat het sein “veilig” was gegeven opstijgen. Dit is werkelijk waanzinnig. Enerzijds spannend of het allemaal wel goed gaat, maar anderzijds ook een gigantische ervaring. Het opstijgen gaat zo vloeiend dat je het eigenlijk helemaal niet merkt en dat je in no time ver boven het landschap zweeft. En dan het uitzicht…..waanzinnig, geen woorden voor, schitterend enz.

Na een prachtige vlucht stond de champagne klaar en kregen wij het certificaat als ervaren ballonvaarder. Volgens onze piloot was dit nog geen vliegbrevet dus moesten wij daarvoor nog wel even studeren.

De volgende dag stond er weer een bustocht op het programma in de richting van Kalaw. Gelet op de lengte van deze trip was er onderweg nog een bezoek aan een olifantenresort gepland. Bij dit resort werden olifanten die dienst hadden gedaan in de teakhout-bouw een goede oude dag geboden. Als toerist hebben wij ze uiteraard mogen voeren en later in de rivier mogen wassen. Iets dat olifanten echt fijn vinden. Aangekomen in Kalaw stond er een trekking door de omgeving van Kalaw van een halve dag op de planning. Aan het einde van deze trekking werden wij met een plaatselijke trein, een van de weinigen, teruggebracht.

Kalaw was maar een kort bezoek en hierna werd koerst gezet richting Pindaya. Hier is een grot waarin werkelijk duizenden boeddha beelden staan. Aangezien Corry zich niet zo lekker voelde is deze magnifieke attractie aan haar voorbijgegaan. Zij bleef namelijk in de bus. Hierna op naar het volgende hoogtepunt: Het Inle-meer. Een meer dat meer dan 850 meter boven zeeniveau ligt en waar wij een hotel hadden dat alleen door middel van een boot te bereiken was. De volgende dag uiteraard met de boot het Inle-meer bezocht. Alle huizen, hele dorpen, stonden op palen in het water. Wat nog meer bijzonder was, was de teelt van groenten. Op het meer worden namelijk veel tomaten gekweekt…..op het water. Op een duistere manier drijven de tomatenplanten op het water en worden de tomaten vanuit een boot geplukt. Echt heel bijzonder om te zien. Terwijl wij langs deze planten voeren zag je ze gewoon “golven”. Een andere attractie is de manier van vissen door de plaatselijke bevolking. Ze staan op de punt van hun boot met in beide handen een net en houden een peddel tegen hun been vast en kunnen zo ook nog peddelen. In het circus zou dit niet misstaan.

Het Inle-meer was tevens de laatste bestemming van onze reis. Na 2 dagen zijn wij via de luchthaven van Heho weer terug gevolgen naar Yangon waar wij afscheid namen van onze groep. Het grootste gedeelte van hen ging richting Amsterdam en enkelen zetten hun reis, net als wij, in Azië voort.

In Yangon hadden wij nog 1 dag om wat rond te hangen en hebben een high tea in een zeer luxe hotel, gevestigd in een oud koloniaal pand, genoten. Na dit alles zitten wij nu op onze kamer dit artikel te schrijven zodat wij morgen aan een nieuw avontuur in Thailand kunnen gaan beginnen.

De start van Myanmar.

Sloten wij ons vorige verhaal af met de mededeling dat wij eindelijk vakantie zouden hebben, na een weekje Myanmar blijkt dat dit toch wat anders is. We hoeven inderdaad wel niets te plannen maar het is wel super actief.

De activiteiten begonnen met de aankomst is Yangon. `s Avonds nog even met zijn tweeën de stad in. Blijkt deze stad iets minder toeristisch te zijn dan wij dachten en omdat er die avond ook nog het Waterfestival was, waren eigenlijk alle kraampjes gesloten. Omdat wij toch wel wat wilden eten en drinken stuitten wij tijdens onze zoektocht op een Rooftop-bar die er wel leuk uitzag. Deze hoorde bij een hotel dat “iets” meer sterren had dan ons hotel. Maar wat let ons om gewoon naar binnen te gaan. Binnen bleek al snel dat onze kleding niet helemaal dat was van het daar gangbare. Toch maar snel naar boven en iets bestellen. Gelukkig was de verlichting op dat dak niet optimaal zodat wij de prijzen niet helemaal goed konden zien, maar hetgeen we konden zien deed ons besluiten om maar weer snel naar beneden te gaan en toch verder te zoeken. Uiteindelijk lukte dit wel waarna we toch voldaan naar bed konden.

De volgende morgen arriveerde de groep waarmee wij de komende weken zouden optrekken. Een zeer gemêleerd gezelschap van echtparen, vrijbuiters, Belgen en alleen gaande vrouwen. Na een korte kennismaking begonnen de activiteiten. Met de bus naar de Shwedagon pagode. Dit is de grootste pagode van het land en is helemaal bekleed met platen puur goud. Je ziet hem dan ook al van verre staan. Natuurlijk hebben wij wel weer het geluk dat hij deels in de steigers staat. Eens in de 5 jaar worden de gouden platen van de pagode verwijderd en komen er nieuwe op. Zo ook nu. Ondanks dat de steigers er stonden was het toch een prachtig gezicht. Na dit bezoek was het aan ons om de stad verder te bezoeken wat uiteraard wel lukte met alle Street food die nu wel aanwezig was. De volgende dag was echt een topper. Met de bus naar de Gouden Rots. Een busrit van 5,5 uur om een goud geschilderde rots te zien. Klein probleempje hierbij was de koppeling van de bus. Deze begaf het zodat onze reis met een extra vertraging van 2 uur werd verlengd. Aangekomen in de omgeving van de rots overgestapt in een vrachtwagen omdat het laatste deel van de tocht zo steil was dat dit voor een bus niet haalbaar was. Eenmaal boven gekomen was onze gedachte: “Wat een tijd in de bus voor zo’n kleine Eftelingattractie. Maar voor de Birmezen was het iets groots. Aan het eind van de dag naar het hotel om de volgende dag met de bus (3,5 uur) en de trein (2 uur) weer terug te rijden naar ons eerste hotel in Yangon.

Na een wat onrustige nacht (van al dat reizen wordt je dat wel), wachtte ons weer een nieuwe beproeving. Met een ouderwets propellervliegtuig van Yangon naar Lashio vliegen. Een hoop herrie en trillingen brachten ons toch op de benodigde 10.000 ft en, na een keurige landing, op de “internationale luchthaven” van Lashio. Vandaar nog een busrit van ruim 2 uur naar onze eindelijke bestemming Hsipaw. Een stad waar het toerisme nog niet heel erg leeft maar waar het hotel wel heel net was. Na 1 nacht in het hotel begon de volgende activiteit: Hiken. Een 6 uur durende wandeling over glooiend terrein….volgens onze beschrijving. Nooit geweten dat er glooiingen van 1500 meter bestaan!! Totaal versleten aangekomen bij onze volgende slaapplaats. Een zolder in een houten schuur waar 6 dunnen matrasjes lagen voorzien van klamboes. Het eten werd gemaakt door de hoofdbewoner van de schuur maar was absoluut lekker. Zeker na al onze inspanning. Wassen moest in een betonnen bak en ’s avonds rond het vuur werd er nog een dansvoorstelling gegeven door de plaatselijke bewoners. Vroeg naar bed (geen elektriciteit) want de volgende dag weer lekker ??? verder wandelen. Maar toen wij daarna weer in Hsipaw terug waren, was de douche in ons hotel echt SUPER. Nog even gauw inkopen gedaan voor de volgende dag want die bestond uit een 7!!! uur durende treinreis naar de volgende stad Pyin Oo Lwin. Een treinreis, 1e klasse, met ruime zachte stoelen, geen airco maar ramen die open stonden en dat voor de prijs van € 1,34. Dit is inclusief een extra verzekering van € 0,19 ct. De treinreis op zich is door een prachtig landschap, maar het hoogte punt hiervan de passage van het Gokteik viaduct. Dit viaduct is in 1901 gemaakt en is 102 meter hoog en zo breed als de spoorrails. Als je daar met de trein over gaat is dit wel een spectaculair gezicht. Na deze treinreis zijn we aangekomen in de plaats Pyin Oo Lwin waar we 1 nacht in een voormalig Engels landhuis hebben verbleven. Hierna met een 6 tal taxi’s naar Mandalay waar wij dit verhaal nu op de rooftop, kijkend naar de rivier, schrijven. Morgen gaan we fietsen door Mandalay en daarna 2 dagen op de mountainbike naar onze volgende slaapplaats. Hoop dat dit nu wel een hotel wordt en geen boerenschuur. In het volgende verhaal zullen wij hier uitsluitsel over geven.