Ons grote Azië avontuur

Altijd wat te regelen.

Een lange tijd op vakantie is leuk maar heeft ook zaken waar je zo op eerste instantie niet aan denkt maar wel belangrijk zijn. Je wilt immers tijdens je reis ook leuke dingen zien en uiteraard een dak boven je hoofd hebben. Zo zitten wij met grote regelmaat aan het zwembad te `googlen´ met zoekvragen als: wat is er toe doen in….., de 10 belangrijkste attracties van…..en ga zo maar door. Ook Booking is een veel gebruikte site. Telkens speuren naar een goede locatie die ook nog leuk geprijsd is vergt toch ook tijd. Zo hebben wij voor een spotprijs in luxe hotels gezeten maar de topper was wel ons guesthouse in Battambang. De zoekvraag hierbij was: schoon, inclusief ontbijt, zwembad en dicht bij het centrum. Dit alles bij elkaar leverde als resultaat: Blue Diamond. Voor slechts $ 11,50 voor 2 nachten. Maar voldeed dit aan gestelde eisen? Wij dachten dit kan niet, maar gezien de reviews zou het wel moeten kunnen. Wij hebben dit guesthouse geboekt met in ons achterhoofd: het zal wel iets anders gaan worden en die $ 11,50 zijn we kwijt. Maar wat schetste onze verbazing toen wij er kwamen. Een net schoon eenvoudig ingericht hotel van 3 verdiepingen met schoon zwembad en warm water voor de douche. Dit is iets in Azië wat je niet overal treft. Ook de prijzen voor de drank en op de menukaart waren zeer laag. Dus was ons besluit. Wij blijven. ’s Middags lekker aan het zwembad en ’s avonds goed gegeten. De volgende ochtend was nog wel de vraag: Wat betekend inclusief ontbijt. Nou ook dat was erg verrassend. Brood met omelet, vers fruit en koffie. Hierna zijn we koffie op het balkon van onze kamer gaan drinken. Een balkon is iets wat wij in duurdere hotels niet hadden. Al met al was dit hotel, ondanks dat het eenvoudig was ingericht, zeker de moeite waard.

Battambang stelt als stad weinig voor en heeft toeristen ook niet zoveel te bieden. Een leuke attractie net buiten Battambang is de Bamboetrein. Het woord trein doet vermoeden dat het echt een trein is maar hierbij wordt je dan toch teleurgesteld. De trein bestaat uit 2 assen die dmv een plank van bamboe bij elkaar worden gehouden en waarop een bromfietsmotor wordt gezet. Met een snaar wordt de motor met de as verbonden en kan een flinke snelheid worden gehaald. Dit evenement vindt plaats op een enkel spoor dus eerst 20 minuten noordwaarts en daarna 20 zuidwaarts totdat je een tegenligger tegen komt. Dan wordt een van de treintjes uit elkaar gehaald, passeert de ander en wordt de trein weer in elkaar gezet. Dit gebeurt enkele malen per rit.

Een ander toeristisch punt is de `killing cave`. Een grot waar de Rode Khmer in de tijd van de burgeroorlog Cambodjanen van bovenaf in gooiden. Vielen ze niet te pletter tijdens de val dan stierven ze van de honger. Ook hier waren weer veel skeletten te zien van mensen die dit niet overleefd hadden. Weer een heftige herinnering aan de burgeroorlog van weleer. Deze grot bevindt zich in een berg waarin meerdere grotten zitten. Een van de andere grotten is bekend om zijn vleermuizen. Bij het ondergaan van de zon komen deze vleermuizen naar buiten en dat zijn er veel. Heel veel. Honderdduizenden zo niet miljoenen. Ja echt miljoenen. Men schat ze op 6 miljoen. Een grote stroom van vleermuizen die gedurende ruim een uur uit de grot komen vliegen en de volgende ochtend weer terugkeren.

Na deze dagtrip weer terug naar ons hotel en zijn we de volgende ochtend met de bus naar Siem Reap gegaan. Tenminste dat was de bedoeling. Het busje dat ons naar de grote touringcar zou brengen kwam precies op tijd en "on the road again". Ja voor 300 meter. Plotseling stopte het busje en reed terug naar het hotel. De chauffeur ging uit het busje en na ongeveer 15 minuten kwam hij met de eigenaar van het hotel. Hier werd ons medegedeeld dat wij niet mee konden want onze stoelen in de bus waren al aan een ander verkocht?? Wij moesten maar even wachten op een volgende bus en zouden dan omstreeks 15.00 uur vertrekken. Uiteraard gingen wij hier niet mee akkoord en na ons ongenoegen op een niet te verstane manier bekend te hebben gemaakt werd voor ons een Cambodjaanse taxi besteld. Zij het wel met een grijns van de hoteleigenaar. Een Cambodjaanse taxi houdt in: zoveel mogelijk mensen in een personenauto proppen en dat lukte hier ook, zij het dat wij Europeanen, iets forser zijn dan de gemiddelde Cambodjaan. Nadat wij waren ingestapt en onderweg nog enkele mensen hebben opgepikt gingen wij richting Siem Reap. Op de voorstoel een hoog zwanger vrouw samen met haar man, op de middelste 3 stoelen, wij en nog 2 Cambodjaanse vrouwen en op de achterbank nog 3 mannen. Oh ja, onze koffers e.d. gingen natuurlijk ook mee !! Het hotel in Siem Reap is van dezelfde eigenaar als ons 2e hotel in Phnom Penh en was ook helemaal ingericht in de Khmer stijl. Kortom prachtig. Omdat de geboekte kamer bezet was kregen wij een upgrade naar een familiekamer, 2 grote 2 persoons bedden met uiteraard ook alle voorzieningen voor 4 personen. Perfect.

Siem Reap is bekend om Angkor Wat, het grootste tempelcomplex van de wereld. Dit wordt jaarlijks door miljoenen mensen bezocht waarbij de zonsondergang vanaf een van de tempels schitterend moet zijn. Met de tuk-tuk naar het complex waar je een gepersonaliseerde toegangskaart krijgt. Als je een kaart na 17.00 uur voor de volgende dag koopt mag je al direct naar binnen en kun je de zonsondergang zien. Ten minste als er zon is. Toen wij er waren was er bewolking en zij een van de bewakers dat wij op moesten schieten omdat het zou gaan regenen. Even snel gekeken en teruggelopen waar het bij de laatste 100 meter begon te storten. Een zogenaamde tropische regenbui.

’s Avonds naar Pubstreet gegaan. Een immens groot wandelgebied met restaurants, kroegen en diverse nightmarkets. Zo groot als dit gebied was, hadden wij nog niet eerder meegemaakt. Met wat handen en voeten een tuk-tuk besproken voor een tour de volgende dag. Uiteraard veel goedkoper dan de aangeboden tours bij de hotels. De man stond de volgende dag keurig op tijd voor de deur en nam ons mee naar het grote tempelcomplex. En dat is echt groot. Angkor Wat bestaat uit een aantal tempels. Van de vele tempels die er zijn hebben wij er maar een paar bezocht en zijn toch van 08.00 tot 15.00 bezig geweest. De tempels die wij bezocht hebben verschillen echt veel van elkaar. Zo is Angkor Wat de bekendste, Bayon temple bekend vanwege de vele gezichten en Ta Prohm vanwege de vele bomen die door de muren van het complex groeien. Deze zijn ook in veel films te zien. Enkele andere tempels hebben wij maar even snel bekeken want dat blijven toch, zoals Remco zal zeggen: een “stapel oude stenen”. Na ongeveer 150 foto’s te hebben gemaakt en vermoeide voeten en kuiten te hebben van het traplopen zijn we waar richting het hotel gegaan voor een verkoelende zwembadsessie en ’s avonds even lekker naar de massage. De volgende, en tevens laatste dag Siem Reap lekker rustig aan gedaan en ’s avonds naar het Waterfestival geweest. Dit is het grootste feest van Cambodja en wordt gehouden ter gelegenheid van het keren van de waterstroom in de rivier. In het regenseizoen loopt de rivier van noord naar zuid maar als het regenseizoen voorbij is keert de stroming en loopt de rivier richting het noorden. Deze verandering van stroom betekent voor de bevolking veel vis en dat wordt op grootste wijze gevierd. Bij dit festival kwamen wij nog Deense kennissen tegen die wij eerder in Phnom Penh hadden ontmoet en die na Cambodja ook naar Thailand zouden gaan. Zij hebben een huis gehuurd in Phuket dus als we willen kunnen wij bij hen verblijven of later in Denemarken. Altijd leuk toch?

Hierna zit ons Cambodja avontuur er al weer op. De laatste letters van dit verhaal schrijven wij terwijl we op het vliegveld van Siem Reap wachten op onze vlucht naar Bangkok waarna wij door zullen vliegen naar Myanmar. In Myanmar hoeven wij even niets te regelen want hier wordt alles voor ons geregeld dus hebben wij eindelijk vakantie.

Van een bamboe-hutje naar een Khmer-hotel

Zo, daar zijn we weer. Heerlijk uitgerust na een klein weekje strand. Wat een heerlijke verademing na de hectiek van Phnom Penh en alle indrukken daar.

Het resort ligt als enige in een baai. We zijn dus bij de pier in Sihanoukville op de boot van het resort gestapt en na twee uur varen aan land gegaan. Op de pier wonen een aantal gezinnen van de lokale bevolking. De mannen verdienen de kost met vissen en de vrouwen regelen het huishouden.

Bij aankomst in het resort worden we verwelkomt door de eigenaresse en haar man. Zij zijn Nederlands. Ook wel weer eens lekker, gewoon je Moerstaal en dan niet alleen tegen elkaar. Ook een aantal werknemers op het resort zijn Nederlands, dus gezellig kletsen. De mannen zijn vrienden van de eigenaars en helpen om het resort uit te breiden. Vanaf januari hebben ze een contract met een touroperator en moeten er 20 extra bungalows klaar zijn. Een hele klus, want alles wat er nodig is moet van het vaste land worden aangevoerd. En hun boot vaart maar 1x per dag heen en weer.

Wij krijgen een huisje op het strand met uitzicht op de zee. Echt zo´n Bounty-gevoel. De huisjes zijn wel eenvoudig ingericht: alles van bamboe en geen glas. Dus een muskietennet is niet overbodig. Nu moet ik zeggen dat ik in het huisje zelf geen beesten heb gezien (Ron misschien wel, maar dat zegt hij natuurlijk niet), maar je hoorde wel van alles lopen en geluid maken. Eenmaal onder de klamboe niet meer aan denken en zo snel mogelijk in slaap vallen. Brrr.

De wc was ook een dingetje. Geen doorspoel wc, maar een grote waterton met een bakje waar je water mee in de wc gooit. Ron had bedacht dat het beter gaat om gewoon de hele ton er in een keer in te gooien. Zeker als hij was geweest….

Douchen doe je gewoon met koud water, want een boiler is er ook niet. Nou is de buitentemperatuur zeer aangenaam, dus dat was niet echt een probleem. Verder was het een heel leuk resort met een palmenstrand en zonnebedden in de branding van de zee. ’s Morgens om 7 uur al in de zee zwemmen, zalig.

Wij hadden geluk dat er in de dagen dat wij er waren geen maan was. En dan is het hééél donker. Dat kwam goed uit want wij hebben met onze voeten door het water gelopen en toen lichtte het plankton op. Heel bijzonder om te zien. Alleen zijn de foto’s niet gelukt. We zijn ook nog (als extra excursie) ’s middags met de boot naar de andere kant van het eiland gevaren. Daar konden we snorkelen bij een koraalrif. Was wel mooi, maar als je ooit in de Rode Zee gesnorkeld hebt zie je wel verschil. Daarna nog proberen wat vis te vangen, maar daar waren alleen de locals op de boot goed in. Zelf nog 4 kleine haaitjes gevangen. Na de zonsondergang weer terug naar het resort en lekker eten. Nee, niet de haaitjes, wel lekker kip met cashewnoten.

Na 6 dagen zijn we weer met de boot naar het vaste land gegaan en na 4 uur in de taxi weer veilig aangekomen in Phnom Penh. Hier hadden we een hotel geboekt, geweldig. Helemaal (15 verdiepingen) afgewerkt met donker hard houtsnijwerk. En hele grote Boeddha beelden. Alle centrale ruimtes en ook alle kamers waren heel rijk gedecoreerd. We hadden geluk dat we hier 3 nachten konden blijven. Wat een weelde in vergelijk met waar we vandaan kwamen. We zaten alleen wel weer in de grote stad, maar je kunt ook niet alles hebben.

In Phnom Penh hebben we de nachtmarkt en een Duty-free shopping center bezocht. De winkels stelden niet zoveel voor maar in het gebouw was één van de grootste casino’s. Midden op de dag is het er een drukte van je welste en gaat er een geld om, pff. Heel veel Chinezen gokken hier en proberen ook de stad over te nemen door het kopen van grote gebouwen en dure hotels. Jammer dat de Cambodjanen daar zelf niet veel van terug zien. Die zijn over het algemeen erg arm.

Na 3 dagen Phnom Pehn is het weer tijd om verder te gaan. De reis gaat nu naar Battambang. Een klein provinciestadje waar niet heel veel te beleven is. We gaan hier wel met een bamboetreintje mee en een vleermuizengrot bezoeken. In deze grot hebben in het Rode Khmer-verleden ook martelingen en executies plaatsgevonden. Nu is het een monument en wordt het bewoond door miljoenen vleermuizen die tegen de avond uitvliegen om eten te zoeken. Maandag gaan we naar onze laatste stop in Cambodja, Siem Reap. Hier is de Anchor Wat. Ze zeggen het grootste tempelcomplex van de wereld (aantal tempels). In Myanmar gaan we ook nog naar Bagan. Dat is qua oppervlakte de grootste.

Zodra de foto’s er zijn zetten we ze weer online.

Tot dan.

Cambodja onze nieuwe stek.

De laatste dag Saigon was een dagje van niets doen. Beetje luieren in het zwembad en ´s middags nog even naar het centrum voor een laatste bezoek aan weer een andere nightmarket. Daarna koffers inpakken en gereedmaken voor weer een lange busrit naar Phnom Penh.

De volgende ochtend op tijd gemeld bij het reisbureau vanwaar wij vertrokken. De bus die wij geboekt hadden, had de naam van een VIP-bus en wij kunnen zeggen dat hij inderdaad aan deze naam voldeed. De bus had rijen van 3 stoelen waardoor deze zeer breed waren. Ook waren er maar een beperkt aantal stoelen achter elkaar waardoor je een enorme beenruimte had en de stoel nagenoeg plat kon zonder iemand te hinderen. Gezien de afstand, slechts 225km, maar een reistijd van 7,5 uur was dit een goede keus.

Direct na het instappen kwam er een medewerker langs die onze paspoorten samen met het benodigd aantal dollars voor de visa innam. Iets wat toch een vreemd gevoel geeft. Bij de grens moest iedereen de bus uit en in de rij gaan staan voor het visum (zonder paspoort??). Plotseling kwam er een andere medewerker van de busmaatschappij naar ons toe met de mededeling dat hij nog 20 dollar van ons kreeg want wij zouden hem oude dollars hebben gegeven. Dit geeft niet echt een fijn gevoel als je zonder paspoort buiten Vietnam en voor de grens met Cambodja staat en je moet iemand zeggen dat hij van ons geen geld krijgt omdat het briefje dat hij ons toonde niet van ons was. Gelukkig lukte het met een “stalen gezicht” en met duidelijke bewoordingen de man duidelijk te maken dat hij het probleem elders moest zoeken waarna wij toch met zweet in onze handen over de grens mochten maar….direct hierna moesten wij onze paspoorten inleveren bij dezelfde man en volgens Corry waren wij de enigen die dit moesten. Hierna weer in de bus de grens over, uit de bus weer in de rij (zonder paspoort) en toen bleek dat alle Europeanen hun paspoort hadden moeten inleveren. Nog even ontstond een discussie over de 20 dollar met een Italiaans gezin maar ook daar moest de man bakzeil halen. Hierna kreeg iedereen zijn paspoort terug en werd de reis vervolgd en bereikten wij aan het begin van de avond Phnom Penh.

In Cambodja wordt veel betaald met dollars dus hadden wij op voorhand al wat dollars uit Nederland meegenomen. Na de taxi naar het hotel hiermee betaald te hebben zijn wij ’s avonds op pad gegaan om Riel (de Cambodjaanse munteenheid) uit de ATM te halen. Het vinden van een ATM was geen probleem en het pinnen ook niet. Eerst even uitrekenen hoeveel er gepind kon worden en dan de code invoeren. Dan komt er geld uit…..dollars en daar hadden wij er al genoeg van. Hadden wij er nu nog meer. Na informatie bij de receptie bleek dat alle ATM’s in Cambodja dollars geven en dat je daarna moet wisselen in Riel. Weer wat geleerd.

De volgende dag maar eens Phnom Penh bezoeken. Via internet een wandelroute gevonden en met de tuk-tuk naar het eerste wandelpunt. Internet hadden wij nog niet dus gelijk even zoeken voor een simkaart. Lopen wij langs een groot gebouw (nagelnieuw) hangt daar een reclame van simkaarten op de 1e verdieping. Wij naar binnen. Is het een soort bedrijvengebouw maar de receptionist wees ons even hoe te lopen naar de winkels. Op de 1e verdieping. Een metalen deur geopend en die leidde ons naar een trappenhuis. Op zich wel vreemd dat dit de toegang is tot een winkelgebied maarja dit is Cambodja. Op de 1e verdieping aangekomen gaat de deur niet open. Blijken wij in een brandtrap te staan die alleen vanaf de andere zijde geopend kon worden. Geen probleem een verdieping omlaag en dan de deur…..branddeur alleen van de andere zijde te openen. Wij zaten dus gewoon opgesloten in een brandtrap. HELP. Wij bonken op de deur en hopende dat er iemand aan de andere zijde de deur zou openen maar gelukkig na enkele minuten deed een uiterst vriendelijke Cambodjaan de deur open en verontschuldigde zich direct dat wij opgesloten hadden gezeten. Toen bleek ook dat er nog een deur was die gewoon toegang tot het winkelcentrum bood. Een simkaart kopen lukte nog niet want daarvoor is een paspoort nodig??

Hierna onze wandeltocht vervolgd waarbij ook nog even gebruik makend van de cyclo. Een fiets met een stoeltje ervoor. Voor een bedrag van 1 dollar bracht de man ons naar de andere kant van de stad en hoefden wij gelukkig niet te lopen want ondanks dat het bewolkt was, was het weer erg warm.

Bij een vakantie in Cambodja en dan zeker Phnom Penh moet zeker een bezoek worden gebracht aan de Tuol Sleng gevangenis en de Killing Fields. Aangezien de Tuol Sleng gevangenis op loopafstand van ons hotel was zijn wij hier op de voetjes naartoe gegaan. Gelukkig was het niet druk en konden wij het museum in alle rust bezoeken. Bij aanvang kregen wij een Nederlandstalige audiotour waardoor wij de verschrikkingen die zich in deze gevangenis hebben afgespeeld zeer goed konden voorstellen. Dat er verschrikkelijke dingen in deze gevangenis hebben afgespeeld en dat dit grote indruk maakte op de bezoekers bleek ook uit het feit dat er nagenoeg niemand iets zei. Ook wij waren heftig ontdaan. Het leven van de Rode Kmer had namelijk vooral bestaan uit het folteren en vermoorden van de eigen bevolking. Zo was een derde van de bevolking door hen vermoord. Dit is heden ten dage nog steeds te merken aan de huidige leeftijd van de bevolking van Cambodja. 50% is jonger dan 22 jaar.

Hierna zijn wij met de tuk-tuk naar de Killing Fields gegaan. Deze liggen ongeveer 15 km buiten de stad dus was het even rijden. Daar aangekomen werden wij eveneens voorzien van een Nederlandstalige audiotour. Hier hoorden wij het vervolg van de gebeurtenissen die eerder in de Tuol Sleng gevangenis hadden afgespeeld. Nadat de mensen gefolterd waren werden ze per vrachtwagen naar de Killing Fields gereden en daar binnen een dag op gruwelijke wijze vermoord. Zo was er een boom te zien waartegen baby’s werden doodgeslagen en bij de moeders in de graven werden gegooid. Aan het eind van de tour stond er een grote herdenkingszuil waarin 11 verdiepingen met schedels waren te zien. Aan de schedels kon je zien op welke wijze de mensen waren vermoord. Dit alles had op ons een dermate grote indruk gemaakt dat wij van de Tuol Sleng en de Killing Fields geen foto’s hebben kunnen maken. Vergeten doen we dit toch nooit meer.

Omdat wij toch al cultureel bezig waren hebben wij in het begin van de avond een bezoek gebracht aan “Daughters of Cambodia”. Dit is een opvanghuis voor meisjes die misbruikt zijn en via dit huis weer een kans krijgen om een gewoon leven op te bouwen. Je kunt deze meisjes steunen door in het huis iets te kopen of daar te eten. Ons kennende hebben wij voor het laatste gekozen en hebben daar ons avondeten genuttigd.

Na al deze indrukken zijn wij in de rooftopbar met een cocktail gaan zitten om alles nog even rustig de revue te laten passeren. Daarna de koffers pakken om de volgende dag met de taxi (4 uur) naar het strand van Koh Rong te gaan.


Relaxen op Phu Quoc

Zo, hier waren we even aan toe. Na 4 weken, waarin we al zoveel hebben gezien en meegemaakt, is het nu heerlijk relaxen op een eiland met zeewater wat tegen de 29 graden aan zit.

We zijn aangekomen op Phu Quoc. Het enige toeristische eiland van Vietnam. Het heeft wel een kleine luchthaven dus met een tussenstop op Ho Chi Minh Airport, in 4 uurtjes van de drukte van Hoi An naar de rust van dit resort. En rustig is het. Het complex bestaat uit 21 huisjes, maar er zijn er maar 3 in gebruik. Dus het restaurant, het zwembad en het strand is voor ons alleen. Top.

Rustig liggend op ons strandbed zijn we de komende dagen / weken aan het plannen. De bedoeling is om vanaf hier terug te vliegen naar Ho Chi Mihn (Saigon). Daar blijven we dan twee dagen en gaan dan een minitrip maken naar Can Tho. Dit is een plaatsje in de Mekong-delta. Het is hier beroemd om de drijvende markten waar alle waar vanuit bootjes op de rivier verkocht wordt.

En wat is internet dan handig. Alles is te boeken via je telefoon en betalen gaat al even makkelijk met je creditcard. Of toch niet… Tot nu toe ging alles vlekkeloos op die manier, maar er zijn bedrijven die van je creditcard dan ook nog, als extra beveiliging, je TAN code moeten weten. Laten die nu thuis liggen. Geen probleem, Jeroen zoekt ze wel even op en dan komt het toch nog goed. Maar of Jeroen nu de genen van zijn vader heeft (zoeken is namelijk niet zijn sterkste punt), of wij hebben de belangrijke papieren te goed verstopt, je begrijpt het al: Niet te vinden. Heel vervelend, maar er moet wel geboekt / betaald worden. Dan beschik je gelukkig ook nog over een “lievelings” neefje (er zijn er twee hoor!). Wonderlijk dat hij vanuit Nederland met een paar klikken op zijn telefoon onze rekening betaald en wij binnen 3 minuten een bevestiging krijgen van het reisbureau dat alles geregeld / betaald is.

So far so good. Dus wij op weg naar het vliegveld waarna Jetstar ons naar Saigon bracht. De tassen waren al snel op de band dus in no time waren wij onderweg naar de uitgang van het vliegveld. Op Saigon worden je koffers nog gecheckt aan de hand van die kleine stickertjes die er voor de vlucht opgeplakt zijn. Zegt die man van de controle dat wij onze koffer niet mogen meenemen OMDAT HIJ NIET VAN ONS IS. Wij nog even tegensputteren en bijna witheet geworden, komt er plotseling een Duitser aangelopen die vraagt of wij toevallig zijn koffer hebben want hij had zo`n zelfde. Terwijl wij naar zijn koffer keken zagen wij ons oranje labeltje zitten en met schaamrood op de kaken moesten wij bekennen dat wij de verkeerde koffer van de band hadden gehaald. Bleek dat die Duitser net als wij de koffer bij Aldi had gekocht en dat deze verder identiek was. Na excuses richting de security en de man vele malen verteld te hebben dat hij goed zijn werk had gedaan via Grab (een soort Uber taxi) ons volgende hotel bereikt. Een hotel dat uit meerdere hotels bestaat en via gangen met elkaar is verbonden. Zo kon je op de 10e verdieping via een gang, waar je tevens kon zonnen bij de rooftop bar en het zwembad komen. Echt wel leuk om vanuit het zwembad te kijken naar het drukke verkeer onder je. Helemaal top om ´s avonds laat dit te doen vanuit de jacuzzi die bij de rooftoop bar was.

Saigon is ook een hele drukke stad maar de dingen die wij wilden zien waren allemaal binnen loopafstand. Dus hebben wij lopend een bezoek gebracht aan het War Remnands Museum (oorlogsmuseum). Lopen wij normaal gesproken in een museum alleen even naar de dingen die wij leuk vinden om te zien, voor dit museum hebben wij besloten om nu eens echt de aangegeven route te volgen en wij moeten zeggen: Dit was een hele goede keus. Hierdoor hebben wij een goed beeld gekregen van de historie van Vietnam en hoe het nou precies gegaan is met de jarenlange oorlogen. Na de nodige foto’s weer lekker naar het zwembad gegaan en vroeg naar bed want de volgende dag stond de Mekongtour op het programma en daarvoor werden wij om 04.15 uur opgehaald.

Het was dit keer weer eens een prive-tour, dus met eigen chauffeur en gids richting het zuiden. Zo’n 170 km waar je hier minstens 3 uur over doet (pfff). Maar dan ben je ook als eerste toerist op de plaats van besteming. Opgestapt in een smalle boot en varend door de drijvende markt. Schitterend om te zien hoe de mensen hier leven en hun geld verdienen. De verschillende boten verkopen ook verschillende producten, herkenbaar aan de stok boven de boot waar ze hun waar aanhangen. Onderweg naar ons slaapverblijf zijn we nog langs een noeddle-makerij gegaan en een boerderij waar ze cacaobonen verwerken. In onze homestay even een kleine powernap gedaan en toen op de pedalen en een fietstocht door de omgeving gemaakt. Daarna lekker chillen in de tuin van de homestay, waar Ron nog twee hele joekels van vissen heeft gevangen en vroeg naar bed, want de volgende ochtend om 05:00 uur weer in de auto naar de volgende drijvende markt. Ook weer dik twee uur rijden door de prachtige Mekong-delta. Overal water en kleine boerderijtjes. Bij deze markt komen eigenlijk geen toeristen en zie je hoe het er werkelijk aan toe gaat. Kleine bootjes die bij elkaar inkopen doen en daarna richting de dorpjes varen om daar de handel weer te verkopen.

Bij de toer hoorde ook een bezoek aan twee verschillende natuurparken. Met een hele smalle houten kano werden we door de jungle gevaren. Ron genoot volop, maar ik stond doodsangsten uit. Vier man, waarvan twee toch wel iets zwaarder dan de gemiddelde Vietnamees, in zo’n wiebelig bootje, dat is niets voor mij. Het laatste park was een overblijfsel van de Vietcong. Hier in de jungle hielden de vietnamezen zich schuil voor de Amerikanen. Nu kun je je voorstellen hoe zij zich moeten hebben gevoeld. Die omgeving, geluiden en temperatuur zijn eigenlijk best beangstigend als je ver van huis in oorlog bent.

Na de lunch weer richting Saigon, wat natuurlijk weer de nodige uurtjes in beslag nam. Moe maar voldaan in ons hotel aangekomen eerst een duik in het zwembad en daarna voor het diner weer de stad in. Wat is dat eten in Vietnam toch lekker…

De lichtjes van Hoi An.

In Hue terug naar het recente verleden.

Hadden we richting Sa Pa de Oriënt Express, nu maar de reguliere nachttrein geboekt. Het kan niet altijd koninklijk zijn, dat kan Bruin niet trekken. In een nagenoeg splinter nieuwe trein met ledverlichting waren twee bedden voor ons gereserveerd in een vierpersoons coupé. Eén bed was reeds bezet door een Vietnamese dame. Daar hadden we geen last van, zij lag reeds te slapen. Spullen een plekje gegeven in de coupé en daar ging de trein. Na twintig minuten stoof de dame ineens op en ging ergens anders heen?! Even later kwam er een Vietnamese jongen en hij ging op het nog ongebruikte bovenbed liggen, maar toen er de volgende halte een oudere man zijn plaats claimde (die van die jongen) ging deze er ook vandoor. De rest van de reis hebben we dus met z’n drieën in de coupé doorgebracht. Het is kennelijk de gewoonte dat ze in een coupé gaan zitten/liggen tot dat ze “gesnapt” worden en gaan dan naar de goedkope treinplaatsen waar ze eigenlijk een kaartje voor hebben gekocht. Na een redelijke nacht met bijgeluiden van de trein en de man die erg snurkte, kwamen we in Hue aan. Het hotel is prima. Mooie kamer, na een gratis upgrade van de eigenaar, met een klein maar heerlijk zwembad. Daar maar eerst even gebruik van gemaakt. Bij de receptie kan van alles geregeld worden en zo hebben we besloten om de volgende dag de DMZ-tour te maken.

Volgende dag vroeg uit de veren, want de taxi staat om 07:00 uur klaar. Met een mini-bus met 16 personen gaan we op weg naar het midden van Vietnam. Na 1,5 uur in de bus stapt onze gids in die heel goed Engels spreekt en boeiend de geschiedenis van deze omgeving kan vertellen. Het gebied waar wij ons nu bevinden is de DeMilitarized Zone, of te wel: het gebied rond de rivier die Vietnam in tweeën verdeelde. Noord en zuid. Toen de Fransen in 1954 Vietnam als overheersers verlieten, is er een 10 km brede strook land met in het midden de rivier als grens gemarkeerd om de troepen in twee jaar tijd te deformeren en geheel uit Vietnam terug te trekken. In die tijd was het noorden communistisch geworden en het zuiden democratisch. Nadat de Fransen waren vertrokken zouden er verkiezingen komen om weer één land te worden. De noorderlingen mochten alleen niet op de democraten stemmen en de leider van het zuiden wist dat het oneerlijke verkiezingen zouden worden. Daarom zijn er nooit verkiezingen gekomen en is de oorlog tussen noord en zuid begonnen. Hierbij wilde Amerika het zuiden helpen en ontstond de Vietnamoorlog. Overblijfselen van deze oorlog hebben we kunnen zien door middel van het bezoeken van de Vinh Mok tunnels. Dit zijn tunnels waar de bevolking in kon schuilen bij aanvallen met bombardementen. We hebben ook gezien wat het effect was en nog steeds is van het gebruik van Napalm. Alle bomen en gewassen werden daardoor vernietigd zodat de Amerikanen een beter zicht hadden op het gebied en de Viëtkong zich niet kon verschuilen in de bush. Nu, jaren later zijn er in dit gebied geen grote bomen te vinden. Alle bomen die er nu groeien zijn later door de bevolking geplant en het zal nog jaren duren voor er weer natuurlijke begroeiing is. Na een vermoeiende rondreis waarbij wij na 18.00 uur pas weer in ons hotel kwamen hebben wij nog even rondgezworven in Hue. In de omgeving van ons hotel zijn talloze barretjes en in de avonduren uiterst gezellig.

Langs de rivier werden we aangesproken door wat wij dachten enkele kinderen die een enquête hielden. Later bleken het studenten te zijn die een schoolopdracht hadden om toeristen aan te spreken met het verzoek om wat Engels te praten zodat zij ervaring konden opdoen. Kennelijk was ons enthousiasme om hierbij te helpen zo groot dat wij in een mum van tijd een legertje studenten om ons heen hadden met uiteraard de vragen: where are you from, what is your name, do you have children? Bij deze vraag lieten wij geregeld een foto van Jeroen zien waarbij wij vertelden dat hij nog groter was dan wij. Hierbij ‘verbleekten’ de Vietnamezen en waren dan ook even stil. Uiteraard werden er wat fotosessies gemaakt en konden wij onze wandeling weer voortzetten.

De volgende dag is een dagje rustig aan geworden. s ’Morgens lekker luieren bij het zwembad en s’middags te voet naar de verboden stad. Deze stad was tot een aantal jaren, zoals de naam al zegt, verboden gebied. Best wel gaaf om te zien wat een enorme gebouwen er stonden voor slechts een persoon. Door de oorlog zijn er nog wel veel gebouwen die gerestaureerd moeten worden maar hiermee is men volop bezig.

Ondertussen is het al weer de laatste avond in Hue. Met een luxe diner langs de straat met een Vietnamese BBQ afscheid genomen van deze mooie stad. De volgende dag gaan wij immers mee met de EasyBikers Vietnam. Een clubje motorrijders die toeristen op een motorfiets kennis laten maken met het andere Vietnam. Zij komen op plaatsen waar een gewone taxi niet zo gauw naar toe gaat. Zij zullen voor ons transport zorgen naar onze nieuwe locatie: Hoi An. Zoals wij ondertussen gewoon zijn, staan op het afgesproken tijdstip 2 motorfietsen voor de deur van ons hotel. Ja…en dan onze koffer, backpack en rugzakken dan? Gewoon achterop binden. Waren wij eerst nog een beetje huiverig of dit allemaal zou lukken maar wij moeten zeggen: Geen enkel probleem. Alles ging mee. Via een hele mooie route en diverse stops werd Hoi An bereikt. Hier hebben wij een kamer met een groot balkon op de bovenste verdieping met uitzicht op Hoi An en de rivier. Naarmate het donkerder werd was ook steeds duidelijker te zien waar Hoi An bekend om is. Zijn straatverlichting. Een groot deel van de stad is verlicht dmv lampionnen wat een heel kleurrijk schouwspel geeft. Als in de rivier dan ook nog allemaal bootjes rondvaren die met lampionnen zijn verlicht is het schouwspel compleet. Mijmerend bij dit alles hebben wij ook nog even het vervolg van onze reis doorgesproken. Hierbij hebben wij besloten om deze enigszins aan te passen. Hadden wij Na Trang als volgende bestemming op de lijst staan dan is deze nu vervallen. Er schijnen daar volop Russen te zitten die voor de nodige ellende zorgen. Aangezien wij daar geen zin in hebben, hebben wij nu een vliegticket geboekt om via Saigon naar Phu Quoc te vliegen. Dit moet een “bounty-eiland” zijn en een must om te zijn. De keuze voor het vliegtuig was heel makkelijk want van Hoi An naar Saigon met de trein is iets van 20 uur en daar hebben wij echt geen zin in.

Tijdens ons verblijf in Hoi An een dagtocht gemaakt naar BaNa Hills. Dit is een plaatsje dat ooit door de Fransen in gemaakt om te kunnen ontsnappen aan de dagelijkse temperatuur. Het is hier nl echt heet. Gelukkig is er redelijk vaak bewolking en daardoor wel uit te houden. BaNa Hills bereik je door met een 6km lange kabelbaan de bergen in te gaan en naarmate wij stegen daalde de temperatuur en steeg de bewolking. Dit tot wij IN de wolken waren. De temperatuur was hier Europees zomers dus liepen de Aziaten met jassen en handschoenen aan. Het huidige BaNa Hills is een soort attractiepark dat gebouwd is als een frans dorp….tenminste zoals de Aziaten het zien? Voor ons was hier niet zoveel te zien. Leek inderdaad wel wat op Europa. Wat wel leuk om te zien was, was de golden bridge. Een goudgekleurde brug die door twee reusachtige handen wordt gedragen. Deze attractie is onlangs geopend dus iedereen “op de selfie”. Ook was er een grote gamehal met allerlei soorten vermaak. Hier hebben wij weer eens ouderwets PacMan gespeeld op een wel hele grote computer. Na een rondje spookhuis en door het “binnenste” van de aarde weer met de kabelbaan terug. Al met al wel leuk om een keer gezien te hebben maar voor Europeanen zeker geen aanrader.

In de avonduren uiteraard weer genoten van de idyllische verlichting en ter ere van Jeroen’s verjaardag een wenskaars in de rivier gelaten.

Vandaag al weer de laatste dag in Hoi An. De koffer is al vliegtuig-klaar gemaakt en vanmiddag nog even naar het strand. Morgen vroeg uit de veren want om 09.00 uur vertrekt het vliegtuig naar Saigon (Ho Chi Minh city) waar we een tussenstop maken onderweg naar Phu Qock. Uiteraard zullen wij daar tzt meer over vertellen.

Van de mist in de zon.

Van de mist naar de zon.

Na aankomst in Sa Pa waren de jassen zeker geen overbodige luxe. De temperatuur viel nog wel mee, een graadje of 15, maar er hing mist en het regende. We wisten dat er grote kans was op minder weer, dus niet getreurd. Het was er zeker groen en we zaten midden tussen de bergen. Met een negen-persoons taxibus naar ons hotel gebracht. Dit was een reis van meer dan een uur over een slingerweg heel hoog de bergen in. Op tijd boven want mijn maag begon ietwat te protesteren van al die bochten. En hoe hoger we kwamen, hoe minder er te zien was. De mist hing in Sa Pa in de straten en we konden vanuit de kamer niet eens de overkant van de straat zien. De kamer was pas om 13:00 uur klaar, dus eerst maar een beetje gehangen in het restaurant en daarna door het dorp gewandeld. En nog steeds regende het ?. De kamer was op de bovenste verdieping met een balkon. Nu alleen nog uitzicht. De volgende morgen was het een stuk opgeklaard en het was droog, dus de wandelschoenen aan en een heel stuk naar beneden afgedaald. Tegen de berghelling was een dorpje aangeplakt. En rondom allemaal rijstvelden. Halverwege het dorp een kantoortje met kaartverkoop voor het bezichtigen van de rest van het dorp (geld verdienen hebben ze hier ook al uitgevonden?). Maar het was zeker de moeite waard. Na drie uur te hebben rondgedwaald met de taxi weer naar boven. Dat was geen overbodige luxe. De benen wilden niet erg meer en het bleek toch nog een rit van zeker twintig minuten stijl naar boven.

De volgende dag met een gids een trekking gemaakt door een ander deel van de omgeving van Sa Pa. Hebben we de eerste dag zelf over de “gewone weg” gelopen, nu ging het dwars door de rijstvelden en een bamboebos. Onze schoenen waren twee keer zo groot van de modder en de broeken zagen er ook niet meer uit. Maar het was een prachtige tocht. Onderweg nog door verschillende dorpjes waar de vrouwen in prachtige klederdracht alles proberen te verkopen wat maar kan. Na het Sa Pa avontuur stond Halong Bay op het programma.

Om van hier naar Ha Long Bay te komen gaan we eerst met een luxe Limousine-bus naar Hanoi. Daar 1 nacht in ons vertrouwde hostel en dan de volgende morgen vroeg uit de veren om met de bus naar Ha Long Bay te gaan. Daar zou ons cruiseschip wachten voor een tocht van 3 dagen op de zee tussen de rotsen van het kalksteengebergte.

Aangekomen op Halong blijkt dat onze cruiseboot er iets anders uitziet dan wij verwacht hadden. De door ons geboekte kamer met balkon was al reeds aan anderen vergeven en aangezien de boot maar 2 balkons had was er geen andere optie dan dit te accepteren. Kort hierop volgde een tweede teleurstelling. Wij hadden een 3 daagse cruise geboekt met 2 nachten aan boord. Dit bleek later 1 nacht aan boord en 1 nacht in Cat Bah, een `dorpje` middenin het natuurreservaat van Halong Bay. Op het moment dat wij dit hoorden was dit wel een grote teleurstelling maar achteraf bleek het een geweldig keus.

Ondertussen waren onze koffers ingeladen, de boot vertrokken en was het ook al donker geworden. Helaas wel wat bewolking, dus we hebben geen zonsondergang kunnen zien. Misschien de volgende dag. ´s Ochtends van boord gegaan en een parelkwekerij bezocht en daarna een kanotochtje gemaakt langs de bergen. Mooi om de omgeving op deze wijze te zien en leuk om te constateren dat er mensen zijn die doodsangsten uitstaan in een kano. Een ietwat mollige dame uit Ierland uit ons gezelschap was werkelijk doodsbenauwd. Later bleek dat ze ook niet kon zwemmen. Uiteraard had ze wel een reddingsvest om maar of ze daardoor zou blijven drijven?? Ook zijn we nog naar een grot geweest en naar een strand waar we konden zwemmen. “s Avonds onze eigen Vietnamese loempia gemaakt en gegeten. De volgende dag zijn wij overgestapt op een andere boot omdat de mensen die 2 dagen hadden geboekt weer terug gingen. Met deze boot verder doorgevaren in Halong waar het eigenlijk het mooist is. Als je ooit richting Halong wil gaan, ga dan minstens drie dagen. Hier hebben wij door prachtige rotsformaties gevaren en een stop gemaakt op een eiland waar iedereen zou willen wonen, zo ontzettend mooi. Samen met de anderen die op onze boot zaten zijn we daar gaan zwemmen. Wat een oase van rust. Een schitterend wit strand met palmbomen. Maar dan blijkt de wereld toch ook weer HEEL klein te zijn. Komt er uit het niets een klein vissersbootje aan met 3 toeristen. Ze klimmen aan wal en Corry en ik kwamen ons deze mensen eigenlijk wel bekend voor?? Wij nog even raden waar ze vandaan zouden komen. In iedere geval uit de omgeving van Sri Lanka, Maleisie of India. Tot wij hen plotseling horen praten: Nederlands. Toen viel ineens het kwartje. Wij hadden hen eerder onze vakantie ontmoet toen wij op de nachttrein naar Sa Pa stonden te wachten. Ron had toen nog enkele foto´s van hen gemaakt maar om deze naar hen te versturen waren wij vergeten. Dit konden wij nu alsnog doen….Als we internet hadden gehad. Uiteraard wel even telefoonnummers uitgewisseld waarna zij met hun rondtrip verder zijn gegaan.

Na een te hebben overnacht in een homestay op het eiland, die wij trouwens met de fiets moesten bereiken, zijn we de volgende dag weer met de fiets richting de boot gegaan. Deze kwam zoals gewoonlijk exact op tijd en hierna koers richting Halong gezet. Nog even een lunch op de boot waarna we met de bus richting Hanoi zijn gereisd. In de bus zit ik dit verhaal te schrijven en zal het hierna gelijk online zetten. Ja je leest het goed. Ondanks dat Vietnam soms 30 jaar terug in de tijd is hebben wij gewoon wifi in de bus.

Als we straks in Hanoi aankomen gaan we richting het station waar de nachttrein ons naar Hue zal brengen. Een afstand van ongeveer 500 km maar de trein doet er ruim 12 uur over. De NS doet het dus nog niet zo slecht. Na Hue gaan we waarschijnlijk richting Hoi An maar daarover later meer.

Hanoi

Van de ene drukte belanden we in de ander drukte. Maar wat een wereld van verschil. Is Hong Kong super modern, in Hanoi heeft de tijd stil gestaan. Wanneer we geland zijn mogen we via een trap het vliegtuig verlaten en worden we met een bus naar de aankomsthal gebracht. En dat is nog niet alles. In de oude binnenstad van Hanoi, waar wij ons hotel hebben, leven de mensen grotendeels op straat. Het zijn bijna allemaal handelaren en hebben hun “winkel” dan ook op straat. Of het nu om de bloemenverkoopster, het groente-vrouwtje of de ijzersmid gaat. Alles speelt zich af op straat. Het vervoer gaat meestal lopend, met de handkar of met het brommertje. Duizenden rijden kris-kras door de straten en daarbij ook nog taxi’s en autobussen. Oversteken is hier dan ook een sport op zich. Gewoon langzaam oversteken en door blijven lopen, ongeacht wat er aankomt. In drie dagen hebben we nog geen botsing gezien, dus het gaat best. Van het getoeter wordt je in het begin nerveus, maar dat went snel. Gewoon niet naar luisteren, doen zij ook niet.

Ons hotel is eigenlijk een hostel. Ondanks dat hadden wij een kamer met balkon en uitzicht op het zwembad. Dit heeft wel wat uitleg nodig: Het balkon heeft een diepte van 45cm en inderdaad is beneden het zwembad(je). Zei het niet dat het een binnen zwembad is en op 1,5 mtr afstand van ons balkon staat de buitenmuur. Dus een soort van binnen-balkon. Verder is het hostel heel gezellig met veel jeugdige backpackers. Op de bovenste verdieping is het restaurant met een dakterras waar elke avond happy-hour is.

We hebben 3 dagen in het oude centrum van Hanoi doorgebracht en heerlijk van de Aziatische cultuur kunnen genieten. Op de markt nog twee jassen gescoord, want in Sa Pa is het herfst (15 graden). Gisteravond zaten we buiten op straat te eten waar we eerder een filmpje van hebben gemaakt. Gezellig te BBQ-en en ineens grote paniek. Er werd op ijzeren pannen gerammeld en iedereen vloog van de straat. Volgens de mevrouw van het etablissement konden wij wel blijven zitten (de BBQ was immers te heet om op te pakken). Wat was de reden van de paniek? In die straat worden de terrassen te ver op straat uitgestald. Als de politie in aantocht is wordt er gewaarschuwd door middel van roepen en herrie maken. Snel alles op de stoep geplaatst en als de politie weer weg is, wordt alles weer op straat gezet.

Vandaag de oude gevangenis uit de Franse tijd bezocht. Heel indrukwekkend hoe de bevolking gemarteld werd door de Franse bezetting. Hoe harder gestraft, hoe strijdvaardiger zij werden. Die zelfde gevangenis is door de Vietnamezen gebruikt voor Amerikaanse piloten uit de Vietnam oorlog. Zij behandelden de gevangen juist heel comfortabel, zodat deze weinig overlast bezorgden en al heel snel inzagen dat die oorlog onjuist was (volgens de bewoners hier). Ook nog het oorlogsmuseum bezocht. Op de binnenplaats stonden veel tanks en vliegtuigen, zowel van de Amerikanen als van de Russen. Er staat ook een monument als eerbetoon aan de neergehaalde bommenwerpers van de Amerikanen. Ze zijn er trots op dat ze meer dan 4100 vliegtuigen hebben neergeschoten. Het museum is behoorlijk anti-Amerika. Wel een raar idee, omdat bij ons alles juist pro-Amerikaans is.

Nu zitten we in de nachttrein die ons naar Sa Pa brengt. We hebben gekozen voor de luxe variant, de Oriënt Express. Gezellig samen in een vier persoons slaapcoupé. Die jassen zijn geen overbodige luxe want er zitten regendruppels op de ramen. Morgenochtend komen we aan en zijn dan in een heel andere wereld. Rust, groen en bergen. Maar daarover de volgende keer.

Hong Kong als kick-off

Hallo allemaal,

Na een lekker Engels ontbijt bij een restaurant op Hong Kong eiland, nemen we even de tijd om jullie bij te praten over onze eerste ervaringen met Hong Kong.

We hebben al wat grote steden bezocht, maar zo´n hectische stad als dit is, pff. Wat een mensen leven hier. Iedereen is onderweg ergens heen. De bussen, metro´s en trams zijn overvol. In de straten kun je over de hoofden lopen. Hong Kong bestaat uit een aantal eilanden. Ons “hotel” is op Kowloon. Ja, je leest het goed: hotel tussen haakjes. Omdat het grondgebied van Hong Kong niet zo groot is, bestaat het voornamelijk uit hoogbouw. Héél veel hoogbouw. Op de begane grond van elk flatgebouw zijn winkels. Onze kamer ligt op de 16e verdieping van zo’n woontoren. We wonen dus tussen de locals. Voor de lift staat altijd een rij, dus moet je zeker 3 liften laten gaan voor je aan de beurt bent. Maar iedereen staat keurig in de rij, op de grond staan strepen waar je moet staan, en niemand dringt voor. Boven aangekomen hangt het wasgoed in de gang te drogen. De kamer is 16 m2 en de douche/wc is net zo groot als in de caravan. En warm in die kamer. De elektrische raam-ven maakt zo’n herrie dat hij ’s nachts niet aan kan.

Omdat de kamer zo heet is zijn we gelijk de stad ingegaan. Met de Star Ferry overgevaren naar Hong Kong Eiland. Dit is het kloppend hart van Hong Kong. Langs de waterkant staan de grootste kantoorflats van bekende bedrijven. Hier werken zowel de locals als de expats. Dus de westerlingen die je hier tegenkomt wonen en werken hier. Wat verder naar het binnenland staan mega grote woontorens. De woningen hier zijn onbetaalbaar. Vandaar dat de bevolking zoveel op straat is. 1 m2 woonruimte kost € 20.000. Hele families wonen dus in van die kleine kamers zoals wij hebben.

Op Hong Kong Eiland rijden de dubbeldek trams. En wat denk je, we hebben ze allemaal gehad ?. Ook is hier een Mid-level rollerbaan. Om verkeer en openbaar vervoer te ontlasten hebben ze een rollerbaan gemaakt die wel een paar honderd meter lang is, waarover duizenden inwoners per dag naar boven en beneden rollen. Op iedere hoek van de straat hebben ze hier winkels van de grootste merken zoals Rolex, Louis Vuitton en Burberry.

Met de Peak-tram naar de top van Hong Kong. Eerst even in de rij staan (1,5 uur) maar daar wen je gek genoeg gewoon aan, daarna met een oude kabeltram naar de top. Ook hier een schitterend uitzicht. Nadat wij de selfie stick (ja Jeroen, je ouders worden steeds meer 2018) hadden gebruikt was de keus…..in de rij gaan staan voor de tram naar beneden of even naar beneden lopen. De keus viel op het laatste. Dat hebben wij geweten. Spierpijn overal maar het was het zeker waard. “s Avonds nog wat rondgestruind door de winkelstraten en uiteraard nog een tijdje dubbeldeks door de stad gereden. Voor een uur tram (of meer) 25 cent betalen is toch een koopje en je kan lekker zitten. Hierna nog wat streetfood gegeten en daarna moe naar ons “hotel”.

Een ander eiland is Lantau. Met de snelle ferry in en half uurtje naar onze volgende attractie. Hier hebben we de grootste Boeddha van Azië gezien. Met de bus naar boven. De drukte viel hier wel mee, dus konden we mooi wat foto’s maken. Alleen de zon stond een beetje verkeerd. En met tegenlicht fotograferen is toch een dingetje. Lang leve internet, fotootje gepikt, zodat jullie toch kunnen meegenieten van wat wij in het echt hebben gezien. We moesten ook weer naar beneden. En dat was gaaf. Met een kabelbaan van zeker 6 km lang en heel erg hoog, maar met een schitterend uitzicht. Terug met de metro en op zoek naar iets te eten.

Wat zullen we in China eten? Babi Panggang of Foe Yong Hai? Niets van dat alles. Gebakken groente. Een heerlijk uitziende paprika, maar dat bleek een Madam Jeanette te zijn. Ron heeft daar de volgende dag ook nog plezier van gehad . Wat eten we dan wel, nou heerlijke noedels met kip en noten of gebakken rijst met biefreepjes bijvoorbeeld. Geen nood hoor, we komen hier niet om van de honger.

Vandaag een dag rustig aan en de koffer weer inpakken voor onze volgende vlucht. Morgen vliegen we naar Hanoi in Vietnam.